Neem contact met ons op
Capelle aan den IJssel
Naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 7 oktober 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:3138) heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij besluit de beleidsregel boeteoplegging Wet Arbeid Vreemdelingen aangepast.
Vanaf 2013 werd er door de inspectie SZW een boetenormbedrag gehanteerd van € 12.000 per overtreding van onder meer artikel 2 lid 1 Wav (tewerkstelling vreemdeling zonder tewerkstellingsvergunning). In bovenstaande uitspraak heeft de Raad van State overwogen dat het hanteren van die normbedrag onredelijk is. Voor “een groep hardnekkig malafide werkgevers” is volgens de Raad van State deze boete niet onredelijk, maar de minister had zijn boetebeleid moeten differentiëren voor werkgevers die niet tot die groep behoren.
Naar aanleiding van die uitspraak heeft de minister van SZW vorig jaar het normbedrag reeds teruggebracht tot € 8.000 per werknemer per overtreding. In het nu gepubliceerde besluit (Stcrt 2016, 37043) brengt de minister de differentiatie aan die de Raad van State wenselijk achtte.
Bij een boete wegens een overtreding van art. 2 Wav wordt nu onderscheid gemaakt tussen de navolgende categorieën werkgevers en situaties:
– natuurlijke persoon, die een huishoudelijke of persoonlijke dienst laat verrichten: boetenormbedrag € 2.000,–;
– natuurlijk persoon, die handelt uit ambt, beroep of bedrijf: boetenormbedrag € 4.000,–;
– stichting of vereniging met algemeen nut beogende doelstelling, waarbij sprake is van arbeid in de niet-zakelijke sfeer: boetenormbedrag € 4.000,–;
– feitelijk leidinggevende die leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging: boetenormbedrag € 6.000,–;
– overige rechtspersonen of daarmee gelijkgestelden: boetenormbedrag € 8.000,–.
Mocht u naar aanleiding van het bovenstaande vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met Hans de Haij of Dennis Oud