“Matennaaier, vuil kutwijf, stoephoer, trut” waren de woorden die een werknemer tegen zijn collega zou hebben geroepen, terwijl hij al woedend achter haar aanliep en de deur opentrapte. Werkgever vindt dit onacceptabel gedrag en heeft de desbetreffende werknemer op staande voet ontslagen. Je zou denken dat is terecht, of toch niet?

De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. Waarom? De werknemer kampte al een tijd met stressklachten vanwege de te hoge werkdruk. Werkgever zou deze klachten hebben genegeerd. Werknemer was door de desbetreffende collega aangesproken op zijn gedrag, wat hem net even teveel werd. De werknemer liet zich gaan en erkent dat hij grof taalgebruik heeft gebruikt en onredelijk was. Hij betwist echter dat zijn gedrag intimiderend en agressief was. Dit voorval zou echter niet de eerste keer zijn geweest. Volgens werkgever kwam het vaker voor dat de werknemer uit zijn slof schoot en zich agressief en intimideren tegenover collega’s opstelde. Werkgever heeft de werknemer hier echter nooit (schriftelijk) voor gewaarschuwd. En daar ging het mis, volgens de kantonrechter.

Doordat werkgever de werknemer nooit een officiële waarschuwing heeft gegeven of op een andere manier heeft vastgelegd dat het gedrag ontoelaatbaar was, oordeelt de kantonrechter dat de uitbarsting van werknemer geen dringende reden voor een ontslag op staande voet is. Het is daarbij aannemelijk dat de uitbarsting verband houdt met de spanningsklachten van werknemer, waarvan werkgever op de hoogte was. Gezien de persoonlijke omstandigheden, het langdurige dienstverband en de leeftijd van werknemer had een officiële waarschuwing of een andere disciplinaire sanctie meer op zijn plaats geweest.

Kortom, een ontslag op staande voet is een uiterst redmiddel. Ook als sprake is van gedrag waarvan iedereen begrijpt dat dit onacceptabel is, is het nog steeds van belang dat je een werknemer een officiële waarschuwing hiervoor geeft en dit schriftelijk vastlegt. Heeft u vragen, neem dan contact met ons op.

Uitspraak: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBOVE:2022:2474