In Nieuws
Uitzendondernemingen opgelet!

Een werknemer dacht zijn voormalige werkgever te slim af te zijn. Wat had deze werknemer gedaan? Deze werknemer was werkzaam voor een detacheringsbedrijf die hem bij verschillende opdrachtgevers detacheerde. Werknemer besloot zijn arbeidsovereenkomst op te zeggen en zijn eigen detacheringsbedrijf op te richten, waarbij hij zichzelf detacheerde. Werknemer stelde dat werkgever geen beroep mocht doen op het concurrentiebeding, aangezien dit in strijd zou zijn met het belemmeringsverbod uit artikel 9a Waadi. Als uitzendonderneming/detacheringsbedrijf mag je namelijk geen belemmeringen opleggen voor de totstandkoming van een “arbeidsverhouding” na afloop van de terbeschikkingstelling tussen de uitzendkracht en de inlener. De vraag was of het concurrentie (- en relatie)beding rechtsgeldig was en deze werknemer het beding had overtreden?

De kantonrechter vond dat het concurrentie- en relatiebeding wél rechtsgeldig was. Waarom? Artikel 9a Waadi mag niet zodanig ruim worden uitgelegd dat onder het belemmeringsverbod ook alle opdrachtgevers vallen waar een werknemer mogelijk aan uitgeleend had kunnen worden. Verder houdt het ook niet in dat het belemmeringsverbod zover strekt dat de ter beschikking gestelde arbeidskracht ook niet verhinderd mag worden een concurrerend bedrijf op te richten en vervolgens voor dat bedrijf werkzaamheden te verrichten bij een inlener van zijn oorspronkelijke werkgever. Deze werknemer handelde in dit geval in strijd met zijn concurrentiebeding en kreeg – ondanks dat werkgever geen schade had geleden – een boete opgelegd.

Tip: neem in het concurrentiebeding voor een uitzendkracht in ieder geval uitdrukkelijk op dat het beding alleen geldt voor zover werknemer zélf een concurrerend bedrijf opricht.  Voor het relatiebeding kunt u opnemen dat het beding alleen geldt voor zover het gaat om opdrachtgevers van werkgever die niet onder de reikwijdte van de Waadi vallen.

Twijfelt u over de rechtsgeldigheid van uw concurrentiebeding? Neem dan contact met ons op.

Lees hier de uitspraak: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2022:3226