Neem contact met ons op
Capelle aan den IJssel
In haar uitspraak van 26 januari 2022 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld over de geldigheid van een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pijnacker-Nootdorp, waarin de zienswijze van bewoonster niet is meegenomen.
Het college heeft in haar ontwerpbesluit van 31 maart 2020 de locatie GR47 aangewezen als locatie voor de plaatsing van een ondergrondse restafvalcontainer (orac). Een inwoner van de gemeente Pijnacker-Nootdorp was het niet eens met dit besluit. De orac zou namelijk tegenover diens woning worden geplaatst. Bewoonster heeft een zienswijze ingediend, waarop het college de definitieve besluitvorming heeft uitgesteld. Voorts is aan een aantal bewoners van de wijk per e-mail gevraagd of een aangepast voorstel tegemoet zou komen aan hun voorkeuren en wensen. Deze e-mail is per abuis niet naar bewoonster gestuurd, maar later, op 12 maart 2021, alsnog aan haar gezonden. Per e-mail van 15 maart 2021 heeft bewoonster een aanvullende zienswijze verstuurd. De dag erna, op 16 maart 2021, is een voorstel voor het definitieve besluit naar het college verzonden. Op 23 maart 2021 heeft het college het definitieve besluit genomen. Echter, in dit definitieve besluit is de aanvullende zienswijze van bewoonster niet meegenomen. De Afdeling oordeelt dan ook dat sprake is van een onzorgvuldige voorbereiding door het college en het definitieve besluit derhalve in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is genomen.
De Afdeling oordeelt dat het college een nieuw besluit moet nemen, waarbij zij wel rekening houdt met de aanvullende zienswijze van bewoonster en vernietigt het besluit van het college.
In deze uitspraak wordt geoordeeld dat sprake is van strijd met artikel 3:2 Awb, In dit artikel is het zorgvuldigheidsbeginsel neergelegd. Dit houdt in dat het college alle relevante feiten gebruikt en de belangen van verschillende afweegt bij het nemen van haar besluit. In deze zaak heeft het college het zorgvuldigheidsbeginsel geschonden door de aanvullende zienswijze van bewoonster niet mee te nemen in de besluitvorming. Met deze uitspraak wordt nog maar eens benadrukt hoe belangrijk het is dat bestuursorganen zeer zorgvuldig te werk moeten gaan bij de voorbereiding van besluiten, omdat onzorgvuldigheid in de besluitvorming kan leiden tot vernietiging van besluiten.