Neem contact met ons op
Capelle aan den IJssel
Corona en ingrijpen in arbeidsvoorwaarden
Gedwongen door de economische omstandigheden in dit Corona-tijdperk worden werkgevers creatief en wordt lustig geprobeerd een wijziging aan te brengen in de arbeidsvoorwaarden. Dit kan variëren van het verplicht opnemen van vakantiedagen, het niet betalen van vakantiegeld of het opschorten daarvan, een al dan niet tijdig loonoffer, het schrappen van vergoedingen etc. In onderling overleg met de werknemer kunnen resultaten worden bereikt omdat (sommige) werknemers ook wel inzien dat de Corona-gevolgen niet alleen voor rekening en risico van de werkgever behoren te komen, maar indien met de werknemer geen overeenstemming kan worden bereikt en de zaak voor de rechter komt, dan trekt de werkgever veelal aan het kortste eind.
Rechtbank Rotterdam, 29 mei 2020
In deze kwestie had de werkgever de werknemer verplicht om 20% van zijn vakantie-uren op te nemen. De kantonrechter Rotterdam oordeelde niet geheel onverwacht dat, ook als een eenzijdig wijzigingsbeding in de arbeidsovereenkomst is opgenomen, de werkgever daarop slechts een beroep kan doen indien zij bij de wijziging een zodanig zwaarwichtig belang heeft dat het belang van de werknemer dat door die wijziging zou worden geschaad, daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken. Een enkele verwijzing naar de Corona-crisis, zoals de werkgever had gedaan en zonder verdere onderbouwing, is daarvoor onvoldoende. Van belang was voorts in deze zaak dat met de werknemer geen enkel overleg had plaatsgevonden en de werkgever de regeling eenzijdig had doorgevoerd.
Kantonrechter Amsterdam (kort geding), 28 mei 2020
De werkgever exploiteerde een restaurant met Turkse etenswaren, voornamelijk broodjes. Het restaurant is gevestigd in het centrum van Amsterdam en is gericht op toeristen. Door Corona is het aantal toeristen gedecimeerd en de werkgever kwam in betalingsproblemen, waarna hij besloot om alle werknemers slechts 50% van het overeengekomen salaris te betalen. De rechtbank overwoog dat bij de werkgever door de buitengewone omstandigheden waarin zij verkeert, een onvoorziene, bedrijfseconomische noodsituatie aanwezig is. De werkgever heeft een zwaarwichtig belang dat in beginsel meebrengt dat van de medewerkers van de werkgever gevraagd kan worden om – in overleg – bepaalde arbeidsrechtelijke aanspraken op te schorten of zelfs helemaal prijs te geven. Echter, het eenzijdig en zonder nader overleg genomen besluit van de werkgever tot betaling van 50% van het salaris, brengt voor de werknemer een te grote inkomensachteruitgang mee, waardoor de werknemer in financiële problemen komt. De wederzijdse belangen wegende oordeelde de rechtbank dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet van de werknemer verlangd kan worden dat hij over meerdere maanden met 50% opschorting van zijn salaris instemt, ook omdat niet vaststaat wanneer de werkgever weer over voldoende middelen beschikt om de achterstanden in te lopen.
Kantonrechter rechtbank Oost Brabant (kort geding), 29 mei 2020
Deze zaak ging over een valkenier die via het samenwerkingsverband van zijn werkgever in een Vogelpark in Duitsland had moeten werken. In verband met de Corona-crisis had de werknemer niet gewerkt van 1 januari 2020 tot 18 mei 2020. De maanden januari en februari 2002 zijn door de werkgever gewoon betaald, maar daarna niet meer. De rechtbank oordeelde dat het niet voor risico van de werknemer komt dat hij zijn werkzaamheden door Corona niet heeft kunnen verrichten. De werknemer was wel beschikbaar voor werk en de loonvordering werd toegewezen, vermeerderd met 10% wettelijke verhoging.
Voorlopige conclusie
Tot nu toe worden ingrepen in de arbeidsvoorwaarden in verband met de Corona-crisis door de rechtspraak kritisch bekeken. De werkgevers kregen in alle gevallen nul op het rekest. Daarbij moet echter wel gezegd worden dat het in deze drie uitspraken om zeer ingrijpende maatregelen ging (stopzetten/halvering van het loon) en dat er veelal geen overleg met de werknemer had plaatsgevonden. Bij een zorgvuldiger aanpak kan wellicht wel van een werknemer verlangd worden dat hij met enige versobering instemt. De uitspraak van de rechtbank Amsterdam geeft daarbij een voorzetje door te stellen dat er sprake is van buitengewone omstandigheden en dat de werkgever een zwaarwichtig belang heeft dat in beginsel meebrengt dat van de medewerkers gevraagd kan worden om bepaalde arbeidsrechtelijke aanspraken op te schorten of zelfs helemaal prijs te geven. Daarbij dient echter wel overleg plaats te vinden. Indien echter eenzijdig en zonder nader overleg een besluit worden genomen dat ingrijpt in de arbeidsvoorwaarden, dan vist de werkgever achter het net.
Bij vragen kunt u contact opnemen met Tessa Sipkema, Dennis Oud of Hans de Haij.